Reglement diverse onderlinge wedstrijden van de Limburgse districten
Gewijzigd 1 september 2013
Ladycup
- Voor het spelen van de Ladycup moeten de speelsters voor de voorronde opgegeven worden met het moyenne zoals dat geldt bij aanvang van de 2e helft Landscompetitie teams (bij minimaal 4 partijen). Dit betekent dat dit of het aanvangsmoyenne is of het herzieningsmoyenne zoals bepaald in de reglementen van de KNBB. Dit moyenne wordt voor de Ladycup omgerekend aan de hand van de speciale Dames moyennetabel zoals die op de KNBB site staat. Indien geen competitiemoyenne bekend is gebruikt men het PK moyenne dat ook volgens dezelfde Dames moyennetabel omgerekend wordt
- Voor opgave aan de Limburgse finale blijft het aanvangsmoyenne gehandhaafd, dus er vinden géén tussentijdse aanpassingen plaats.
- Bij een gelijk aantal matchpunten in de eindstand is het percentage caramboles bepalend voor de rangschikking.
- De Limburgse finale Ladycup staat in principe gepland in het 3e weekend van mei (dit in verband dat de 2e zondag in mei Moederdag is), maar de exacte datum wordt op de Limburgse vergadering voorafgaand aan het betreffende seizoen besproken.
Jeugdbokaal
- Voor de deelnemers aan de Jeugdbokaal, voorronde in het district of Limburgse finale dienen de spelers opgegeven worden met het moyenne zoals dat geldt bij aanvang van de 2e helft Landscompetitie jeugd of senioren. Dit betekent dat óf het aanvangsmoyenne van de competitie óf het herzieningsmoyenne na de 1e helft competitie (bij minimaal 4 partijen), zoals bepaald in de reglementen van de KNBB, voor de Jeugdbokaal gebruikt wordt. Indien er geen landscompetitie moyenne bekend is dan geldt het PK moyenne. Indien ook dit niet bekend is geldt het moyenne dat behaald is in eventuele voorwedstrijden. Er vindt voor de Limburgse finale dus géén herziening van het moyenne plaats.
- Bij een gelijk aantal matchpunten in de eindstand is het percentage caramboles bepalend voor de rangschikking.
- De finale van de Jeugdbokaal staat in principe gepland in het 1e weekend van mei (niet eerder omdat dan de districten nog geen deelnemers kunnen opgeven), maar de exacte datum wordt op de Limburgse vergadering voorafgaand aan het betreffende seizoen vastgelegd.
Bandstoten 6e klasse
Is vervallen
Bandstoten teams
- Om het aanvangsmoyenne te bepalen dienen nieuwe spelers vier testpartijen te spelen van 30 beurten elk. Het algemeen moyenne dat hieruit voortkomt is het aanvangsmoyenne voor de bandstootcompetitie.
- De zogenaamde omrekentabel is komen te vervallen, maar mag door de districten eventueel wel gehanteerd worden indien er géén testpartijen voor nieuwe spelers ingeleverd worden.
- Het spelen van dubbelpartijen is toegestaan.
- Nieuwe spelers worden na 4 wedstrijden herzien en hierbij is de 20 % regeling van toepassing. Indien N-spelers na 4 wedstrijden 20% of hoger dan de bovengrens van hun interval spelen worden de behaalde punten van de partijen die ze boven deze 20% grens gespeeld hebben in mindering gebracht.
- Spelers met een officieel moyenne worden gedurende de competitie niet herzien. Na afloop van de reguliere competitie worden de spelers herzien vóór het spelen van beslissings- en finalewedstrijden. Dit aangepast moyenne geldt ook voor de Limburgse finale. Het eindmoyenne van de reguliere competitie (zonder beslissings- en finalewedstrijden) geldt wel als aanvangsmoyenne voor het nieuwe seizoen.
- De finale bandstoten teams staat in principe gepland in het 1e volle weekend van juli, maar de exacte datum wordt op de Limburgse vergadering in augustus voorafgaand aan het betreffende seizoen vastgelegd.
Roulatieschema
- De organisatie van de Limburgse vergadering en de betreffende finales vind plaats volgens een roulatieschema.
- Het district dat in het betreffende seizoen de Jeugdbokaal organiseert heeft ook de organisatie van Bandstoten 6e klasse.
De besturen van de districten Venlo e.o., Zuid-Limburg en Maastricht. Ingangsdatum 1 juli 2011